top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverKaraktermoord

Papa's ogen

Bijgewerkt op: 15 feb. 2023


Mer liep naar huis. De stoep was breed maar ze maakte zich smal. Bang om iets aan te raken. Zoals de heg, rechts van haar, die boven een muurtje van rode bakstenen uitstak. Of het verroeste hek daarachter dat verdween in de bast van een grote eik. Zelfs de takken van de boom wezen naar haar, maar ze zou ze niet aanraken. Met holle rug kon ze die ontwijken maar dan moest ze haar armen voor en achter haar uitsteken zodat ze smal genoeg werd om de auto’s niet te raken die links naast haar geparkeerd stonden. Het was een lastige beweging, maar ze was erger gewend. Haar lichaam had zich aangepast op het smal zijn. De spieren in haar nek waren kort en trokken zo haar schouders hoog op, zodat ze zo min mogelijk ruimte nodig had om te bestaan. Haar achillespezen waren kort waardoor ze altijd op haar tenen liep, zo kon ze zich nog platter maken. De straat doorkomen was een eitje, thuis was waar het moeilijk werd.

Via het touwtje uit de brievenbus opende ze de deur.

“Mam!” riep ze. Ze schrok. Snel moest ze de klanken vangen voor ze te ver zouden komen. Papa hield niet van geluid. Stom dat ze dat bleef vergeten. Dus rende ze achter haar woorden aan en ving ze terug in haar mond, waar ze hoorden. Ze deed haar laarzen uit en zette ze op de laars-vormige stickers, rechts voor de radiator. Ze hing haar tas aan het haakje waar “tas” stond, op een wit stickertje. Ze streek haar jurk recht en balanceerde over de rode lijn op de vloer waar ze mocht lopen. Haar schouders hield ze hoog en haar armen dichtbij, zodat ze niks zou aanraken. Op haar tenen sloop ze naar de deur. Die was ingewikkeld. De klink maakte herrie, maar die klanken kon ze niet terug vangen in haar mond. Als ze de deur op de juiste wijze terug in het kozijn trok kon ze de klink naar beneden trekken zonder geluid. Vandaag lukte dat.

De woonkamer was donker. Wit licht schilderde de muren. Toen groen en geel.

Game! klonk een harde stem uit de televisie. Achter in de hoek stonden twee banken. Ze waren allebei schuin voor een groot scherm gezet. Waarom ze niet recht stonden wist Mer niet. Papa zat op de ene, mam op de andere.

“Deur dicht!” riep papa. “Je laat de tocht naar binnen. Die verwarming kost goud!”

Snel sloot ze de deur. Hoe kon ze dat nou vergeten. Op tv werd kort gejuicht, toen gemaand tot stilte.

“Zes, drie,” zei een schelle stem.

“Gaat ‘m nooit lukken,” zei papa. Mam zei niks. Ze had een rood dekentje over haar benen, zat kaarsrecht en keek vooruit. Zonder iets te zien. Donkere kringen hingen rond haar ogen, haar pupillen leeg.

“Ik zei ‘t toch!” schreeuwde papa. “Snap je dat nou? Zoveel krijgen ze betaald en nog wordt ‘t niks. Hoe kunnen ze nou in ‘t net slaan. Ongelooflijk.”

Mer volgde de rode lijn tussen stapels tijdschriften door. Langs kasten vol beeldjes en borden die als de stellingen van een supermarkt de kamer vulde. Het was allemaal heel waardevol, zei papa. Toen glipte ze langs de tafel tot de laatste kast, in de keuken. Daar opende ze voorzichtig de glazen deur, op zoek naar een beker. Een hard sissend geluid sneed door de kamer. Ze sprong op van schrik. Het was een sis van papa, het klonk alsof iemand zijn vinger in een frituurpan had gestoken.

“Oooh, voorzichtig nou een keer met die spullen!” riep hij. “Is dat nu echt nodig? Wat denk je dat ‘t kost? Zo’n vaatwasbeurt? Goud!”

Snel trok ze haar hand terug en sloot de kast. Natuurlijk, hoe kon ze dat nou doen. Ze liep naar de kraan waar ze wat druppels opving met haar mond. Dat kostte geen goud, zover ze wist.

Even keek ze over het tafelblad heen naar papa en mam. Hun gezichten bestraald met tv. Ze zocht de blik van mam, maar die was verloren. Nooit kon ze die vinden. Toen papa omkeek draaide ze zich om en volgde de lijn naar haar kamer. De deur sloot ze geluidloos. Ze liep naar de hoek van haar kamer waar de rode lijn op de vloer aansloot op een afgeplakte cirkel. Dat hoekje was van haar. Ze ging er zitten en kon ademhalen. Haar schouders zakten en haar hoofd gaf enig blijk van leven. Naast haar lag een stapel tijdschriften. Gekregen van papa. De bovenste had een tennisbal op de cover. Die daaronder een dame gekleed in wit die maar net een gele bal over het net kreeg. Ze sloeg het blad open. Er moest toch iets te vinden zijn, dacht ze toen ze de pagina’s doorlas.

Toen er geklopt werd op haar deur sloeg ze het snel dicht. Papa kwam binnen in zijn ochtendjas. Zijn harige buik had zich tussen de blauwe badstof door gewrongen en puilde over zijn witte onderbroek. Hij had een bord eten vast. Het rook lekker. Even leek hij te glimlachen. Mer glimlachte terug. Matchpoint, klonk er vanuit de woonkamer.

Papa draaide zich om en liet het bord op de grond vallen.

“Godver,” riep hij terwijl hij weg stormde. “Tuurlijk als ik een seconde weg ben! Tuurlijk gaat ie ‘t dan doen.”


“Kijken jouw papa en mam wel eens naar je?” vroeg Mer aan Luud, de volgende morgen op school. Ze sjokten door de gangen, hadden de riemen van hun tas achter de duimen alsof ze een berg beklommen.

“Oh, jawel hoor,” zei hij.

“Gewoon zomaar?”

“Nee,” zei Luud, die zijn neus ophaalde. “Ik moet dan wel iets doen dat ze leuk of bijzonder vinden. Anders zoeken ze het elders.”

“Wat betekent, elders?”

Luud draaide zich om, de franjes aan zijn muts dansten langs zijn gezicht.

“Dat betekent dat grote mensen altijd naar zichzelf willen kijken. Als ze dat niet kunnen vinden, in wat ze zien, dan kijken ze elders. Dan gaan ze ergens anders kijken, waar ze dat dus wel kunnen zien. Snap je?”

Mer kriebelde aan haar neus, zonder haar handen te gebruiken. Dat kon ze door haar neusvleugels open te trekken en haar onderlip zo ver mogelijk naar beneden te bewegen.

“Lukt het?” vroeg Luud.

“Hoe kom ik daar dan? Bij dat elders?” vroeg ze toen ze toch maar aan haar neus krabbelde.

“Nou,” zei Luud toen ze verder liepen naar de kapstokjes. Hij ritste de blauwe luizenzak open en propte er zijn jas in. “Wat vinden je ouders leuk? Waar kijken ze wel naar?”

Mer sprong op en neer om haar jas van haar armen te laten glijden.

“Naar twee mensen die gele ballen naar elkaar slaan. Op tv.”

“Oh, maar dat is makkelijk toch?”

“Oh ja?” vroeg Mer terwijl ze haar schoenen ruilde voor sloffen en met Luud het klaslokaal in wilde lopen.

“Ja,” zei hij. “Dan ga je dat toch ook doen?”

Ze dacht even na, legde een vinger onder haar kin.

“Wil je dat dan met mij doen?” ze prikte de vinger nu in zijn zij. “Op tv zijn het altijd twee mensen die dat doen. In de blaadjes is het er meestal maar één, maar daar kijken ze niet zo vaak naar. Die zijn meer voor mij.”

“Ja hoor, na school?”


Die middag liep Mer samen met Luud over de rode lijn. De deur wilde open en dicht zonder geluid. Ze passeerden glazen kasten met potten en gouden bekers, met zilveren mensen met tennisrackets erop. Voorzichtig liepen ze langs de natuurstenen tafel en voorbij de antieke kastjes vol foto’s van mensen die ballen naar elkaar sloegen. Wit licht schilderde de muren, soms werd het groen of geel. Duce! klonk het door de verder donkere kamer.

“Hier,” fluisterde Mer, toen ze naar de kraan wees. “Kun je wat drinken.”

“Ik zou het wel in een beker lusten,” zei Luud die naar de kast keek.

“Dat kost goud.”

“Ah,” Luud boog zich voorover en dronk wat tot Mer de kraan weer dicht draaide.

“Verdomme!” riep papa. “Zo kan ik ‘t toch niet horen Mer. Wegwezen!”

Stilletjes slopen ze naar haar kamer.

“En nu?” Vroeg Mer.

“Nu moeten we rackets en een bal hebben. Die kunnen we maken, kijk,” Luud liep naar Mer’s hoekje en rolde een tijdschrift op tot een stok. “Plakband?”

“Heb ik niet,” ze keek naar de posters aan haar muur. Mensen met witte petten. Allemaal een gele bal in de hand en een racket.

“Oh!” riep ze wat te hard. Snel hopte ze door de kamer en ving de klanken terug in haar mond.

“Lukt het?” vroeg Luud, die haar bekeek. Ze liep naar een poster en trok hem los. Op elke hoek zat een gommetje waar het mee aan de muur geplakt zat. Die gaf ze aan Luud.

Niet veel later hadden ze twee geknutselde rackets. Een verfrommelde bladzijde deed dienst als tennisbal. Zo speelden ze die middag voor het eerst tennis.

Toen het donker was kwam de klop op de deur. Mer’s schouders schoten richting haar hoofd. Snel nam ze een houding aan die haar het meest aan elders deed denken. Het papieren racket boven haar hoofd. Luud stak zijn duim op en knipoogde. Toen kwam papa binnen met een bord eten.

“Moet jij niet naar huis, knul?” vroeg hij toen hij binnenkwam. “Mer gaat eten.” Even leek hij haar te bekijken. Een geknutseld racket in haar hand, een uitgeknipte papieren rok rond haar middel. De rimpeltjes langs zijn ogen knepen samen, alsof hij elk moment kon lachen. Tie break, klonk er vanuit de woonkamer. Papa draaide zich om en liet het bord op de grond vallen.

“Godver,” riep hij terwijl hij weg stormde. “Tuurlijk als ik een seconde weg ben. Tuurlijk gaat ie ‘t dan doen.”


“Het werkte niet echt hé,” zei Mer de volgende middag na school.

“Nee,” zei Luud die haar hand pakte en een muurtje beklom. Hij blies de franjes van zijn muts uit zijn gezicht. “Ik heb er de hele avond over nagedacht, maar ik begrijp nu waarom. We zitten er helemaal naast.”

“Oh, wat dan?” vroeg Mer toen ze haar hand terug had. Ze pakte een yoghurtkoek uit haar zak. Het waren er twee in dezelfde verpakking. Eentje gaf ze aan Luud.

“Wat wij deden was helemaal niet waar je ouders naar keken. Dus ging je papa weer naar elders. We moeten precies doen wat ze willen zien.” Luud sprong van het muurtje en stak zijn vinger wijs in de lucht. “Heb je weleens gehoord van, Rofgan Ralos?”

Mer legde haar vinger onder de kin.

“Nee,” zei ze verwonderd.

“Dat is wat je ouders kijken, op tv. Het allergrootste tennistoernooi op de aardbol is dat.” Hij sloeg zijn arm om haar heen. “Als we hun aandacht willen, moeten we zelf een toernooi organiseren. Bij jou thuis.”

“Hoe doen we dat dan?”

“Simpel! We moeten alleen de tennismensen bellen, van tv.”


Die middag had Mer zoveel mogelijk bladen op haar kamer doorgelezen. Ze had alle telefoonnummers die erin stonden op een kladblokje geschreven.

“Godverdee!” hoorde ze vanuit de huiskamer komen. Dat was het moment dat ze met Luud had afgesproken, dus rende ze de woonkamer in. Tussen de kastjes door, langs de stapels bladen om de vitrinekasten heen tot ze bij een klein vierkant tafeltje met een laatje stopte. Daar stond de telefoon.

“Hoe kan die nou precies nu uitvallen! Geloof je dat nou? Ze ging net serveren! Het is ook altijd hetzelfde, godver!” hoorde ze papa schreeuwen die met beide handen in het televisiescherm kneep. Mam zat stil onder haar roden dekentje.

Papa maakte zoveel herrie als de tv uitviel. Dat leek haar het beste moment om te bellen zonder dat hij iets zou horen.

“Hallo,” fluisterde ze. “Spreek ik met Roglan Maggos?”

“Dag mevrouw, nee, u spreekt met het weekblad aces! Waar kan ik u mee van dienst zijn?”

“Ik wil de tennismensen van tv bij mij uitnodigen voor een toernooi. Het zal…” ze hield haar hand over de telefoon toen ze even nadacht over wat Luud had gezegd. “Het is het meest speektakuliere tournooi ooit…” ze keek vlug over haar schouder. Papa trok aan alle draden die hij kon vinden. Één voor één duwde hij ze in de achterkant van de tv terwijl hij gilde. “… van de wereld,” fluisterde ze.

“Ach jongedame, hoe oud bent u?” vroeg de stem aan de telefoon.

“zes en een half,” ze ze.

“Een grote meid al.”

“Ja.”

“En hoe heet je?”

“Mer van Giltenrug,” toen bleef het even stil aan de lijn.

“De…Van Giltenrug?”

“Van Giltenrug, ja.”

“U bent niet de dochter van Chef van Giltenrug, toch?”

“Dat is papa, Chef."

Even bleef het stil aan de lijn.

“Dit toernooi, wordt dat in zijn eer gehouden? Wie heeft u al gesproken? Misschien kunnen we het evenement wel sponsoren?”

Mer moest weer even denken. Wat had Luud ook alweer gezegd?

“We hebben iedereen al gebeld,” zei ze.

“Ik zet u even in de wacht, dan spreek ik mijn bazen.”

“Wat doet die jongen hier!” hoorde ze papa schreeuwen. Haar schouders trokken omhoog. Toen hoorde ze wat gekraak en twee nieuwe stemmen.

“Mevrouw van Giltenrug, wat bijzonder om u te mogen ontmoeten. Bent u echt de dochter van, van De van Giltenrug? De enige Nederlander die ooit het toernooi heeft gewonnen?”

“Van dat toernooi weet ik niet zo, maar Chef heet mijn vader. En onze achternaam is van Giltenrug. En hij is gek op tennis, dat wel.”

“Volgens mij is het echt, de Van Giltenrug,” fluisterde de stemmen aan de telefoon.

“Daar heeft al zeker zes jaar niemand meer van gehoord.”

“We kunnen u het volgende bieden,” zeiden ze nu in de hoorn. “We kunnen het veld leveren, we kunnen spelers leveren en we kunnen de opbouw voor onze rekening nemen. We zullen een groot team sturen zodat het snel en efficiënt verloopt. Het enige dat we vragen is dat het toernooi naar ons vernoemd wordt en dat we onze logo’s en andere reclames mogen voeren.”

Luud kwam langs haar gerend, “Rennen!” riep hij en stoof naar buiten. Mer gilde snel het adres in de hoorn en hing op.

“Mer!” schreeuwde haar vader toen ze tussen de kasten en de tafel door rende achter Luud aan naar buiten.


Papa had lang achter ze aan gezeten, maar was nu toch weer naar binnen gegaan.

“Is het gelukt?” vroeg Luud hijgend. Hij zette beide handen in zijn zij.

“Ik denk het wel. Je hebt de kabels alleen losgetrokken toch? Niet kapotgemaakt? Zonder tv kan papa dagen boos blijven.”

Luud woof met zijn hand, “die tv is zo weer aan de praat. Het eten zul je wel missen vanavond maar ik denk dat je voor het slapen wel naar huis kunt. Laten we een rondje lopen. We hebben een hoop te regelen voor alle spelers komen.”


De volgende ochtend was papa nog boos. De dag erna ook, en die erna ook. Mam was zelfs wat verschoven op de bank, dat kon ze doen als papa zo lang van streek was. Luud had wat avondeten van thuis meegenomen. Samen zaten ze buiten op de stoep, de kartonnen pizzadoos voor hen op de grond.

“Wat nou als het dit keer niet voorbij gaat, Luud?” vroeg Mer terwijl ze op haar handen ging zitten. Het was koud. Binnen was het ook koud. Papa had het graag koud als hij boos was. Niet alleen de bekers en de borden waren dan van goud, of de wasmachine, maar ook de verwarming.

“Tuurlijk gaat het weer voorbij,” zei hij toen hij een groene olijf onder de gestolde mozzarella vandaan plukte. “Hier,” zei die toen hij die aan Mer gaf. “Die vind je zo lekker.”

Toen Mer de olijf in haar mond stopte liet Luud zich achterover zakken en keek naar de sterrenhemel.

“Als ik iets weet, is dat het altijd weer voorbij gaat. En moet je maar eens zien als straks het toernooi begint.”

“Wanneer begint het dan?” vroeg Mer.

“Hebben ze dat niet gezegd?”

“Nee, ik moest snel ophangen. Papa kwam al aangerend.”

“Hmm,” zei Luud toen hij zijn armen over elkaar sloeg. “Dat zal vast niet lang duren, joh. Ze moeten natuurlijk iedereen bellen en voorbereiden en zo. Dat komt wel. Je moet nog een paar dagen volhouden.”


De dagen schoven voorbij. Mer bewoog onzichtbaar door het huis. Ze was nog stiller dan normaal, zelfs de geluiden van haar ademhaling ving ze terug in haar mond. Op een ochtend had ze zo’n honger dat ze niet via het raam van haar kamer naar school vertrok, maar richting de deur van haar kamer schoof. Ze opende hem en keek of ze papa ergens zag. Via de spiegel zag ze mam zitten op de uiterste hoek van de bank, ze had nog nooit zoveel bewogen. Ze luisterde goed maar kon de zware ademhaling van papa niet horen. Haar maag knorde. Op haar tenen sloop ze over de rode lijn richting de keuken. Misschien had papa nog wat van zijn eten van gister over. Zachtjes trok ze de deur van de ijskast open. Leeg. Haar kin viel op de borst en haar ogen dwaalde naar de vloer. Daar zag ze tien harige tenen onder de ijskastdeur vandaan steken. Toen werd de deur hard dichtgeslagen en kwam de dikke buik van papa tevoorschijn.

Meteen sprong ze achteruit. Hij probeerde haar te pakken maar ze gleed tussen zijn armen door en kon door zijn benen ontsnappen. Ze rende rond de tafel, tussen stoelen door langs de stapels bladen en kastjes. Papa bewoog zo soepel als een gazelle en zo snel als een luipaard. Hij kwam steeds dichterbij en voor ze het wist voelde ze zijn vingers knijpen in haar nekvel. Haar voetjes werden van de grond getild. Daar ging ze, als een puppie steeg ze de lucht in. De buik passeerde haar gezicht en toen hing ze voor zijn boze gezicht. Zijn adem stonk naar hoe die meestal in de avond rook. Zuur en zwaar.

“Heb ik niet al genoeg verloren, Mer! Dat je de tv ook nog van me af wilt pakken?”

Ze duwde haar handjes voor d’r ogen.

Toen ging de deurbel.

“Niet nu!” schreeuwde papa zo hard dat Mer d’r haren wapperden.

Opnieuw werd er gebeld. Er was een hoop rumoer buiten. Gepiep van vrachtwagens die achteruit reden, stemmen en andere herrie.

“Godver!” riep papa toen hij Mer liet vallen en naar de voordeur liep.

Mer kroop achter hem aan en keek de gang door. Voor de deur stond een leger aan mannen en vrouwen gekleed zoals in de blaadjes op haar kamer. Ze zag papa verstijfd staan voor de deur. Zijn handen trilden, maar niet zoals ze deden als hij boos was.

Ze liep voorzichtig naar hem toe en pakte zijn hand. Toen deed ze de deur open.

“Chef!” riep een eerste tennismens die naar binnen stapte. Hij klemde een racket onder zijn arm en schudde papa met twee handen de hand. “Dat is lang geleden zeg! De laatste keer moet tijdens de finale geweest zijn! Hoe gaat ‘ie ermee? Waarom hebben we je niet meer gezien?”

papa ontdooide.

“Inderdaad lang geleden,” zei hij toen er meer tennissers binnen kwamen lopen. Elk van hen schudde hem de hand. Sommige knuffelden hem zelfs. Even leek hij te glimlachen, of iets dat daarop leek. Toen kwamen er mensen met karren vol spullen naar binnen. Weg was de lach.

“Wat gaan jullie doen? Passen jullie op?” zei hij terwijl zweet op zijn voorhoofd glom. Zijn wijsvinger wreef snel over de nagel van zijn duim. Hij trok zijn hand los en wees naar binnen. “Er staan een hoop belangrijke spullen…”

“We gaan het veld aanleggen, Chef!” riepen ze vrolijk terwijl een groep tennislui een dikke opgerolde mat naar binnen sleepten. Een rij aan mensen vormde zich op straat, in de tuin en voor de deur. Een groep tilde hoge lichtmasten op hun kant de gang door.

“Hoi Chef!” zeiden ze met rode gezichten van de inspanning. “Wat een eer u te ontmoeten!” Karren vol stoeltjes en houten banken volgden. Allemaal werden ze de drempel van de voordeur over getild. Drie karren later lagen de resten van de gebroken drempel voor de deur op de grond. Spandoeken, opgerolde netten en dozen vol tennisballen gingen naar binnen. De gang leek wel een worst van armen en benen. Op een zeker moment kwamen er kratten met kippen binnen. Steeds meer vreemde dieren werden op schouders naar binnen gezeuld.

“Voor verse eieren moet je zo dicht mogelijk op de kip zitten,” zei een tennismens lachend.

“De ster van de show. Voor na het toernooi,” zei een ander die naar een grote kooi vol apen wees. “Sterren, bedoel ik.”

Papa worstelde zich tussen de mensenmassa door de woonkamer in. Toen stapte er een vrouw en meneer in pak binnen.

“Dan moet jij Mer zijn,” zeiden ze in koor toen ze hun hand uitstrekten.

“Ja,” zei Mer terwijl ze haar handje begroef in die van hen.

“Wat geweldig dat je dit doet! We waren allemaal al zo benieuwd wat er met Chef gebeurd was!” Toen wees de vrouw de gang door, “voorzichtig met die rookmachine, zonder rook geen lasershow!” Toen keek ze Mer vrolijk aan, “Je had het moeten zien, toen hij de finale won! Toen was jij nog niet geboren denk ik. Hoe oud was je ook alweer?”

“Zes en een half,” zei Mer zachtjes.

“Ohja, nou precies zes en een half jaar geleden inderdaad. Je bent precies na die finale geboren.”

“Toevallig,” zeiden de man en de vrouw terwijl ze elkaar aankeken.

Toen was er gegil te horen.

“Nee! Komt niks van in. Gaat niet gebeuren!”

De man en de vrouwe beenden de huiskamer binnen. Mer wilde achter ze aanlopen maar zag toen een bekende muts de tuin in banjeren. Het was Luud die zich tussen de menigte door bewoog.

“Ze zijn er!” riep Luud toen hij het laatste stukje rende en Mer knuffelde.

“Ik denk dat ik iets heb gedaan,” zei ze toen hij haar weer neer had gezet.

Een hard gebonk en gedoe klonk toen een fanfare naar binnen marcheerde. Gekleed in wit en groen speelden ze hun instrumenten terwijl ze om de buurt de gang in stapte.

“Wat bedoel je?”

“Nou, ze kennen papa allemaal van het tennissen. Hij had iets gewonnen en toen ik geboren werd hebben ze hem niet meer gezien.”

“Ach, dat zal wel toeval zijn,” zei Luud toen hij zijn arm bij haar om de schouder sloeg en met haar mee de woonkamer inliep. “Wat een spullen hè,” zei hij toen ze opzij moesten stappen om een strooimachine en een container vol gravel te laten passeren. Toen volgde een stoet van camera’s, microfoons, grote tv schermen en bakken vol kabels.

Binnen was de tafel al aan de kant geschoven. De stapels tijdschriften waren verdwenen en alle kastjes en tafeltjes werden één voor één aan de kant gezet. Verderop stond papa. Hij had een kant van de tv in zijn handen, twee tennismensen de andere.

“Laat los Chef! Hier komt het veld!” riepen ze.

“Pas op!”

De strooimachine had een grote container geraakt die nu kapseisde. Honderden tennisrackets donderden naar beneden. Iedereen sprong uit de weg toen het als een golf neersloeg op de tv. Er bleef niks van over.

Even was het stil. Mer verstijfde. De fanfare stopte met spelen, krakend verdween de laatste schal van een trombone. Zelfs de kippen stopte met tokken en de apen met keten. Iedereen leek zijn adem in te houden. Toen kwam het geschreeuw. Het hoofd van papa werd twee keer zo groot en roder dan ooit. Hij greep een tennisracket en rende als een dolle hond af op degene die maar het dichtst in de buurt stond.

“Eruit!” gilde hij terwijl chaos uitbrak. Tennismensen renden voor hun leven. Een bak vol tennisballen ging op zijn kant en honderden ervan rolden over de grond. Op de vlucht voor papa struikelden tennismensen erover en vielen bij de fleet tot er meer op de grond lagen dan op hun voeten stonden. Toen papa één van hen gevangen had en zijn racket boven zijn hoofd hief sloot Mer haar ogen en kneep in Luuds hand.

“Genoeg!” riep een prille stem. Papa’s hoofd had meteen zijn eigen kleur terug en hij liet het racket uit zijn handen vallen. Mer kon niet zien waar de stem vandaan kwam.

Een horde tennismensen schoof uiteen en daar, in de uiterste hoek van de kamer stond de bank. Met mam er nog op. Trillend zat ze onder het rode dekentje. “Het is… genoeg geweest… Chef.” zei ze stotterend. “Genoeg.”

De vrouw en de meneer in pak stapte uit de menigte naar voren.

“Is dat uw vrouw, Chef?” vroegen ze in koor. Papa liet zijn hoofd zakken en sloeg een hand in z’n nek.

“Ja, ze is ziek geworden,” hij keek naar Mer. Zijn ogen deden iets wat ze nog niet kende.

“Na de bevalling. Ik… ik moest voor haar zorgen. Dus moest ik stoppen, net toen ik het gemaakt had.”

“En heeft u dat gedaan?” vroegen de man en vrouw.

“Wat?”

“Heeft u voor uw vrouw gezorgd?”

Een traan rolde van papa’s wang. “Nee,” zei hij. “Niet voor haar, niet voor,” hij keek Mer opnieuw aan. “Niet voor Mer,” toen legde hij een hand op zijn borst. “En niet voor mij.”

Mer liep naar papa toe en pakte zijn hand. Hij keek naar beneden. Ze bleef net zo lang aan zijn hand trekken tot hij op z’n knieën kwam zitten en ze even hoog waren.

“Je bent echt een kutpapa geweest,” zei ze. Het werd muisstil in de woonkamer. Je kon de tennisballen horen rollen. De lijntjes rond papa’s ogen trokken samen en ja, het werd een lach. Een lach terwijl tranen uit zijn ooghoeken rolden.

“En ik wil dat alles anders wordt,” zei Mer terwijl ze haar ene hand in de zij zette en met de andere een wijsvinger maakte en naar papa wees. “Snel!”

“Maar ik hou van je. En van mam. Dat doen kindjes nou eenmaal, zelfs als jullie zo kut zijn.”

Papa knikte met zijn hoofd.

“Maar jullie moeten het nu gaan verdienen. Dat ik niet meer zomaar van jullie houd.”

Papa pakte Mer vast en knuffelde haar.

“Dat gaan we meteen doen.”

“Mooi,” zei Mer toen ze het hoofd van papa aaide alsof het een hond was.

“Dan wil ik nu met je tennissen.”

Papa keek verschrikt op. Zijn ogen schoten door de kamer, op zoek naar zijn spulletjes. Hij kneep zijn tanden samen en knikte. Luud kwam naast haar staan. Hij kuste haar wang, pakte haar hand en stak deze omhoog alsof ze het toernooi al gewonnen had.

“Ik hou de score wel bij!” riep hij. Al de tennismensen applaudisseerden en juichten. De man en vrouw in pak sprongen op en knuffelde elkaar. Daarna stapte ze uiteen, met een kleur op de wangen.


Met een harde klap schoot de tennisbal dwars door de vitrinekast vol foto’s heen. Het glas spoot in het rond en dook rinkelend over de grond. Papa lachte.

“Oeps,” zei Mer terwijl ze een nieuwe bal uit haar tennisbroek pakte en zich klaarmaakte voor de volgende service.

“Vijf, twee!” riep Luud vanaf de scheidsrechterstoren die zo dicht bij het plafond kwam dat het eerder een boomhut leek. Het publiek applaudisseerde en moedigde haar aan. Papa maakte zich klaar, draaide zijn racket tussen zijn handen en veerde op zijn voeten.

Mer sloeg de bal. Papa rende erop af en gaf hem een gigantische klap. De bal vloog tegen de knop van de radiator. Het publiek schrok en een harde ohhhh, trok door de woonkamer. Na wat geborrel klapte de knop van de radiator en spoot zwart stinkend water in de ronde en verfde de witte wanden grijs. Papa hief zijn racket in de lucht. “Hoeveel punten is dat, Luud?” vroeg hij lachend.

“Vijf, drie!” riep hij.

“Drie punten maar! De kroonluchter was vijf punten!”

“Er wordt niet gedistuseerd met de scheids!” riep Luud die op een fluit blies en naar Mer wees.

“Nu wil ik met mama spelen,” zei ze nadat ze de bal een paar keer gestuiterd had. Papa liep naar het net.

“Dat gaat helaas niet liefkind, mama is ziek. De stofjes in haar hoofd zijn kapot gegaan.”

“Komt dat door mij?” vroeg Mer toen ze ook naar het net liep.

“Nee,” zei papa die haar over de bol aaide. “Soms gebeuren er gewoon nare dingen. Daar kan niemand wat aan doen, ze gebeuren gewoon.”

“En soms gaan grote mensen daar dan heel raar mee om, toch? Papa?”

Papa lachte, “Ja, precies.”

Mer keek naar haar schoenen, “Toch, is het wel verdrietig.”

“Ja hè, lieverd.”

“Mijn mama is dood,” riep Luud toen.

Papa en Mer keken hem geschrokken aan.

“Misschien kunnen we het volgende toernooi bij mij thuis houden?”



















57 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Alsace

Het gesprek loopt goed omdat ik niet van plan ben om lang door te praten. Hij stelt voor om op de kinderboerderij af te spreken maar dat sla ik af. We wisselen oprechte vragen en antwoorden af met o

Almere

Om in Almere-Oostvaarders te komen moet je geduld hebben. Er zijn heel veel stations in Almere en een sprinter stopt op al die stations voordat Oostvaarders aan de beurt is, tenzij je vanaf Lelystad k

bottom of page